De lange zwarte sluier

De volgende is een vertaling van het Ierse lied ‘The long black veil’

Tien jaar terug, in een donkere nacht
werd er iemand vermoord op de Brouwersgracht.
Er waren een paar mensen en iemand zei dat de vluchtende man mijn uiterlijk had!

De rechter zei, “Hé, wat is je je alibi?
als je er eentje hebt, krijg je amnestie”.
Ik sprak geen woord, heb mijn straf verdiend, want ik was met de vrouw van mijn
beste vriend.


Zij loopt door het Veen met een sluier zo zwart, zij bezoekt mijn graf en de wind waait
hard.
Niemand die ’t weet, niemand die ’t ziet.
Niemand kent haar verdriet.


Het schavot was hoog, mijn eind kwam eraan.
Ze stond voor de galg en ze liet geen traan.
Maar soms in het donker, staat ze voor mijn graf en dan huilt ze hard, gaat die sluier
af!


Zij loopt door het Veen met een sluier zo zwart, zij bezoekt mijn graf en de wind waait
hard.
Niemand die ’t weet, niemand die ‘t ziet Niemand kent haar verdriet, niemand kent
ons verdriet.