Gedichten zijn contact (voor Museum of Humanity)

Onze hoofden boven, naast elkaar
ik ken u niet, kent u mij?
Uw verhaal achter die ogen, daar,
kom ik met die van mij,
niet zomaar bij.


Het enige wat ik van u weet,
dat weet u trouwens ook van mij,
we zagen een tent in het centrum staan,
verder liep men er straal voorbij,
maar wij besloten naar binnen te gaan.
Daar maakte men een plaatje,
omkleed met een persoonlijk praatje,
voor mooie mensen zoals wij.


En vast heb ik u, al vaker gezien,
in het centrum, de bibliotheek
of bij de snackbar om de hoek
maar daar was ik dan geen moment
bewust naar u op zoek.
U ook niet naar mij.


En ik begrijp niet waarom
wij hier zo naast elkaar
of boven elkaar
of in dezelfde ruimte
in ieder geval bij elkaar
en met elkaar
samen zijn
met trots


En ik begrijp niet waarom
ik u doorgaans ontloop
op straat,
in gedachten
met mijzelf
mijn dag
mijn doelen


terwijl ik u eigenlijk een knuffel wil geven
mag dat?


Want veerkracht doet leven.