Winter

De winter viel vroeg dit jaar in Veenendaal.
Herfstbladeren dwarrelden middernacht op de grond,
de boom op het Raadhuisplein is angstvallig kaal.
 
Vijf aapjes werk- en kansloos aan de kant,
de burgemeester draagt nog wel zijn gouden ketting.
Burgers tasten echter in het duister, hebben nauwelijks verstand
hiervan. Het is iets met vertrouwen wat leidt tot deze kentering.
 
Tweeënhalf jaar speelde onvrede onder de pet,
geen idee hoe wij dat objectief moeten bezien,
‘meer-manager-dan-bestuurder’ moest aan de kant gezet.
Was een koninklijk einde mooier geweest, misschien?
 
Nu kampen we met formatie van een nieuw bestuur.
Ik roep u daarom op de kalmte te bewaren. Sluit deuren
en ramen, want bevuilde lucht die binnendringt is zuur.
En weet u, wij hoeven ons niet collectief te schamen:
 
degenen die de blamage veroorzaakten, zijn de volwassenen
die onenigheid niet met een gesprek konden beslechten.
Niet getreurd. Veenendaal is niet stuurloos; wij staan en masse
achter ons eigen geluk, wanhoop niet en consumeer uw burgerrechten.
 
© Joyce Willemse
Stadsdichter 2015-2016
Joyce Willemse schreef dit gedicht kort nadat de wethouders van Veenendaal demissionair werden. Het gedicht verscheen in De Rijnpost op 14 december 2016.