Veenendaal, Veenendaal

De volgende is een ‘hertaling’ van ‘Groningen, Groningen’ van Drs P.

Nadat men in de Stichtse veengebieden
Ontgroeid was aan zijn wol en zijn sigaar Zag men dat deze nederige lieden
Bekwaam werden op allerlei gebieden Dat fabrikanten en dat zakenlieden De groei
inzetten met een breed gebaar.


Veenendaal, Veenendaal
Daar hebben ze een stadsstrand aan een nepkanaal De goudvissen die zwemmen,
maar de kind’ren liever niet Want dat wordt ze fataal


Veenendaal, Veenendaal
Ze hadden op de berg een eigen hospitaal Nu hebben hier de baby’s Ede als
geboorteplaats Ik vind dat één schandaal


Er was hier een fanfare
Die genoemd was naar de Scheepjeswol
Honderdvijfentwintig jaren
Maar ze hielden het niet vol


Veenendaal, Veenendaal
Ze bouwen er voor elk geloof een kerklokaal Of je nu doopt, of wederdoopt, of met
een hoedje loopt, Het kan er allemaal


Veenendaal, Veenendaal
Cornelis Lochtenberg was ooit een echte liberaal Toen zat hij nog een tijdje voor
zichzelf in de raad En daarna bij Lokaal.


Veenendaal, Veenendaal
De Lampegiet dat is er de theaterzaal
Die willen ze verbouwen, of toch liever maar weer niet Een eindeloos verhaal


Kees Stip dat is hun dichter
Dat vinden ze er fijn
Hij dichtte graag wat lichter
en heeft nu een eigen plein


Veenendaal, Veenendaal
U zit nu nog te wachten op een slotmoraal En als die er niet is, houd ik er maar
gewoon mee op Hier is het eindsignaal