De ochtendmuziek pruttelt,
zoals alleen koffie dat kan doen.
Uren razen altijd voorbij als je je ogen dicht hebt,
dus met ogen open slapen is misschien beter, bed?
Nee, opstaan is slimmer, aankleden, brood ontdooien, ontbijten en
mij ontfermen over de koffie.
Jas aan, tussen de ijspegels door glijden mijn fietsbanden
die naar mijn weten altijd lek zijn, nou ja lekker laten rollen.
Lopend naar de bus, hollen bij uitzondering.
Dorst lessen met nog meer koffie om les te kunnen geven.
Letters vertalen naar niet oplettende leerlingen, door met thee,
smaakjes, praatjes maken, om half vijf tijd oprakelen is moeilijk.
Na toetsblaadjes, blaadjes op de grond, regen, fietsen, nat.
Pastasaus in een pot, gehakt 1+1, die runder gaat nergens heen.
Avond dromen over woorden die nooit verdwijnen,
ze met een ganzenveer op een groot doek zoeken, om ze vervolgens te vereeuwigen. Theetje erbij.
Thee geeft smaak, net zoals gedichten dat kunnen doen.
Dit gedicht is geschreven en voorgedragen ter gelegenheid van de verkiezing voor nieuwe leden van het Stadsdichtersgilde.