Een boom die op zijn groene grijparmen gedoofde lampjes draagt
als tienduizend eenzame zielen.
Krakende klompen op kraakheldere sneeuw, onderweg naar een vrijheidsboom
op de Markt. Adem die wolkjes wordt in vrieskou.
daarom ontsteken we de kaarsjes, maar wat is
licht zonder mensenhanden om de liefde mee door te geven?
Het klopt pas echt, als mensen elkaars paden betreden, de deur
op een kier zetten en geschonken warmte binnenlaten.
de aarde gadeslaat, in de stille hoop gevonden te worden, heeft recht
op gezelschap. Kom, doe de lichtjes aan, samen schitteren wij
een weg naar andersmans hart.
© Joyce Willemse
Stadsdichter 2015-2016
Dit gedicht is geschreven in opdracht van Rotary Club Veenendaal Regio ter gelegenheid van de eerste Lichtjesavond in Veenendaal op de Markt. Nadat de laatste versie geschreven was, ontdekte de Stadsdichter dat ‘begin 1795 trekken de legers van Napoleon de bevroren grote rivieren over. Op zaterdag 17 januari verschijnen de eerste Franse soldaten in Veenendaal. Samen met enkele Veenendalers wordt een vrijheidsboom, hét symbool van de revolutiekreet vrijheid, gelijkheid en broederschap, op de Markt geplaatst.’ *) Dat vond zij bijzonder, dat daar ooit eerder in een winter lang geleden, onder anders omstandigheden symbolisch een grote boom werd neergezet. Het paste goed bij het gedicht. Daarom voegde ze de zin toe ‘onderweg naar een vrijheidsboom op de Markt’.
*) Bron: Gemeente Veenendaal