Op 18 maart 2013 interviewde de stadsdichter de schrijver Oek de Jong in de Veense boekhandel van Albert van Kooten.
Mats Beek maakte vijf haiku’s over de eerste alinea’s van vijf boeken van Oek de Jong.
Herkent u de boeken? (De titels staan onderaan deze bladzijde)
Hij werpt zijn dochter.
Over de rietkraag vliegt ze
en plonst in de Ee.
In het koffiehuis:
een ober met een zakbreuk.
Koffie met Ferron.
Moeder ontziet hem
en geeft hem vlinderkusjes,
zo veel als hij wil.
Ze hoort de melkman:
rinkelende melkflessen.
Zij ligt nog in bed.
Zeven jaar is hij.
Een klooster in Amsterdam
en hij is alleen.
De haiku’s:
– Hij werpt zijn dochter = Hokwerda’s kind
– In het koffiehuis = Een man die in de toekomst springt
– Moeder ontziet hem = Opwaaiende zomerjurken
– Ze hoort de melkman = Pier en oceaan
– Zeven jaar is hij = De inktvis