De bruiloft,
hier zitten tussen vierentwintig zuilen
die haar Dakpan stutten, zo vEel
gedaChten kUnnen hier wonen
zo zorgeLoos, zo wilde ik daT
het altijd zoU zijn. De pilaren voelen
steUnen, de heipalen van ons denken.
Onze ademtocht die vRij bivakkeert tussen
kranten, boeken, doeken, museumstukken,
die mij, mijn lieF, u, uw geliefden,
ons Allen overleven.
Wij zochten, wij vonden, wij Bouwden,
wij doopten haaR bij haar geboorte
aanstonds een artefact. Cultuur wIl zij
adEmen, de zuurstof zijn van ons bestaan.
Zijn. Warmen. Zij breit ons
een nieuw jas om in te schuilen,
een mantel voor alle dagen (behalve die ene).
Een die ons werkelijk siert en al het andere
laat verbleKen.
Kom mee…
loop de trappen op,
laat je rollen,
neem de lift een keer
op keer
van boven naar beneden
en van beneden naar boven.
Lees ondersteboven.
Kijk door de ramen
en zie haar
zoals zij werkelijk is: van HOUT.
© Joyce Willemse
Stadsdichter Veenendaal 2015 – 2016
Vijf jaar alweer, bestond De Cultuurfabriek toen de Stadsdichter dit gedicht voordroeg op zaterdag 10 oktober – ter ere dus van het vijfjarig jubileum van dit cultuurhuis waarin onder andere de Bibliotheek Veenendaal, De Kunstuitleen, het Museum Veenendaal, de Historische Vereniging ‘Oud Veenendaal’ en ‘Met Stip’ (horeca) huizen. De eerste drie strofes droeg de Stadsdichter zelf voor en daarna werd door zes leerlingen van het Rembrandt College vanuit het publiek – bij wijze van een Poetry Flash Mob – de vierde en de vijfde strofe voorgedragen. De akoestiek werkte niet helemaal mee, maar de ‘verrassingsact’ werd gewaardeerd.