Ik had een droom, een droom vol stromend water
waarin je ziel kon drijven in een bootje, rusten
op een kussen van wol, dromend over gouden kusten.
Ik had een droom, een droom vol hoop voor later:
Er was een dorp gehuld in stille waters, heel fragiel
het was een wereld wazig en vol slierten mist,
als braille tastte ik de wereld af, zodat geen gondel gemist:
ik slingerde tussen utopie en werkelijkheid, waarlijk futiel.
Ik had een droom, een droom zo suikerzoet als dadel
een schaap omhelsde de illusie en blaatte: “Ik drink geen water!
Ik sta hier volbloed van adel, ik spuug noch sputum,
veel liever champagne.” Het touw dat ik nergens knopen kon
verschoot van kleur, de klok en de klepel doken weg
onder de brug dreef Schaapmans dronk van vreugde zijn vacht vol…
Ja, ik weet nog hoe ik opgelucht ontwaakte en dacht:
“Veenendaal heeft lang gewacht,
maar hier is eindelijk haar gracht!”
©Joyce Willemse
Stadsdichter Veenendaal 2015-2016
Op 12 december 2015, iets voor 17:00 uur, werd de Brouwersgracht nabij ’t Kees Stipplein, tegenover Speksnijder en Bellazise, onder het toeziend oog van enkele vip’s geopend. Ik schets: rode loper voor het pand, twee boomhoge beveiligingsmannen aan weerszijden van de deur, Italiaanse vlaggen, ballonnen in de kleuren groen, wit en rood, Italiaanse hapjes… De Stadsdichter van Veenendaal had toevallig raak geschoten met de sfeer in het gedicht.