Zomer in Veenendaal

De stad wiegt zacht tegen mijn benen
ze schurkt tegen mijn rug, ze zingt
zichzelf in slaap en wekt tegelijkertijd
mijn dromen. Slaapdronken wandel ik
door lanen die verloren deinen in de luwte
van opgedroogde haast. Stroperig klemt zij
zich aan mij vast; ze roept niet, ze trekt niet,
ze stroomt kalm en gestaag. Evengoed
kan zij een slaapdorp zijn. Zo fluistert zij,
zo dommelt zij, knikkebolt en rust: voor dagen
die komen. Totdat de lampen worden ontstoken.

 

© Joyce Willemse
Stadsdichter Veenendaal 2015-2016

Stadsdichter logo Joyce

Dit gedicht verscheen in De Rijnpost in augustus 2015.