Ik heb een droom geplant

Omgekeerde longen met gif-
groene tongen, likken dorstig stik-
stof op, dat wij hem plantte maakt wat uit:
hij heerst straks bij de gratie ons, die allerkleinste spruit.

Je ziet het aan zijn sprongen, dagelijks ontvouwt hij knop
de dromen in zijn kroon, de bloesem kroont zijn kop:
hij denkt aan betere tijden, wenst niet dat wij honger
lijden. Zijn roze, witte vruchtwatervlokken verspreidt

hij in het rond. Ze vallen samen met zijn eerste lente
pardoes op de mulle grond. De kinderen aan zijn voeten,
de wortels van het bestaan, spelen verstoppertje, hangen
aan zijn eerste sterke arm en klauteren langs zijn hals.

En als de zomer, de heetste in zijn bestaan, hem voortijdig
tabee kust, verschiet hij prompt van kleur, zo nijdig
is hij nooit geweest! Nu moet hij treuren, toornig loslaten,
want hoe hij ook probeert, ertegen vechten mag niet baten.

Een voor een raakt hij ze kwijt, het meeste aan de wind
die potsierlijk door zijn longen glijdt, tot genoegen van elk kind
dat hard en krakend stampt, zijn haardos in de lucht strooit
en als dank voor zoveel atmosfeer: zijn vruchten op de grond gooit.

 

© Joyce Willemse
Stadsdichter 2015-2016

JoyceWillemse_StadsdichterVeenendaal2_ZW_Rijnpost2

Dit gedicht is geschreven naar aanleiding van de Nationale Boomfeestdag op 18 maart 2015. Ook in Veenendaal werden bomen geplant, bijvoorbeeld een appelboom op het schoolplein van de montessorischool Aan de Basis. Op initiatief van D66 Veenendaal, werden onder het thema van dit jaar: ‘Meer eetbaar groen in de wijk’, enkele perenbomen geplant op een veldje naast de Johan Calvijnschool.